éénnalaatste verslag uit Frankrijk

Frankrijk, Champtoceaux, 13 oktober 2015
Beste lezers,
In vervolg op wat ik het laatste bericht beloofde zal ik nu de toeristische belangstelling voor Briar beschrijven.
In Briar hebben ze als enige ter wereld een stalen aquaduct, deze loopt over de Loire en het kanaal erin wordt gevormd door een stalen bak van 600 meter lang. Dit aquaduct is ontworpen door de heer Eifel, van de bekende Eifeltoren, en is 663 meter lang en ongeveer 6,20 meter breed en 2,20 meter diep. Aan beide zijden van het kanaal kun je over voetpaden naar de overkant wandelen. Het aquaduct is gemaakt in de jaren 1890–1894. Aan beide zijden zit een sluis waardoor ze, bij vorst en/of calamiteiten, het kanaal leeg kunnen laten lopen. Een heel fraaie en zeer bijzondere trekpleister, een bezichtiging meer dan waard. Leuke bijkomstigheid is dat er aan de zuidzijde een Alpaca dierenfarm te bezichtigen is. Ook leuk. Verder lopen er diverse kanaaltjes door de stad en zijn er leuke haventjes met bijbehorende restaurantjes en terrasjes. Dus, als de zon schijnt een gezellige boel.
Wij zijn weer vertrokken en beland in Lamotte-Beuron, wat ligt aan de weg tussen Vierzon en Orleans. Een gezellig plaatsje met een vismeertje, een kanaaltje met een oude doorlaatsluis. De zon schijnt weer, het leven is weer goed. Door naar Vendôme met een stop (even eten) in Ligny-le-Ribault waar ik een eekhoorn de weg zag oversteken en in een grote wilg met overhangende takken verdwijnen. In Vendôme vinden we een plekje bij de camping en aan een park met zicht op de stad. Een redelijk grote stad met veel oude gebouwen zoals de abdij “Abis du Trinité”, een groot gemeentehuis (ooit een kasteel) met fraaie binnentuin, één overgebleven originele stadspoort genaamd “Saint Georges”, een plein genaamd Saint Martin naar de kerk die er niet meer staat, alleen de toren is over. De kerk is omdat hij te slecht werd afgebroken maar de toren is behouden. Een leuke winkelstraat, een oud slot op de heuvel, de vroegere grotwoningen, nog ongeveer 60 overgebleven vakwerkhuizen (de rest in de oorlog verwoest), een glazen markthal (op vrijdag markt) een kleine joodse wijk, enz. De place de Vendôme in Parijs is vernoemd naar deze bijzondere vestingstad. Le Loir (niet te verwarren met La Loire), een flinke rivier, kronkelt zich onder de huizen en straten door met verschillende afsplitsingen. Het waterrad wat er ooit heeft gedraaid hebben ze behouden en is te bewonderen in een restaurant of buitenaf door het ramen. Een leuke stad waar je een tweetal stadswandelingen kunt maken, of allebei tegelijk, dat voor de echte wandelaar. De volgende dag, vrijdag de 9e, gaan we door en raken verzeild in een zoektocht naar een sani (toilet moet geleegd) waarvoor we terecht konden in Trenay, een klein dorp met camperplek. Toilet legen en water bijvullen tot 100% en dan weer verder. We geraken in Montoir-sur-le-Loir. De 1e plek ligt bij een historisch treinstation. De 2e ligt aan Le Loir en we besluiten er te eten. We maken hier een invasie van jongens mee die op brommers en een enkele auto komen aangescheurd met etenswaren uit de kebab- of frietwinkel. Dozen met broodjes, friet, blikjes drinken, enz. Dit wordt binnen 10 minuten verorberd en weg zijn ze weer. Het is nog vroeg, we gaan nog even een stukje verder. We komen in Beaumont-la-Ronce waar ik een kopje thee maak op de parkeerplaats naast de brandweer. Hier hebben ze twee straten met oude woningen die in de rotsen zijn gebouwd, lage deurtjes! De woningen worden over het algemeen niet meer gebruikt, slechts een enkeling woont er nog. Erg leuk om hier langs te lopen en even te bekijken. Een groot kasteel staat er naast met hele fraaie afwerking van vooral de dakkapellen. Deze zijn voorzien van kunstige stenen (of betonnen) versierselen. Rijk en arm, naast elkaar. De kleine holbewoning tegenover de rijkdom van het kasteel. Na de thee en een kleine wandeling gaan we naar Vouvray waar we het laatste plekje inpikken. Vroeger waren hier 8 plaatsen, nu nog maar 4, waarvan en één bestemd is voor de gehandicapte medemens. In deze plaats blijven we 2 nachten staan en wandelen op zaterdag een rondje. We zoeken de Loire, maar kunnen hem niet vinden. Later blijkt dat we hiervoor het bos in hadden moeten lopen. Wel de Cisse, een rivier die uitkomt in de loire. In de Cisse zat een oud mannetje in een oud bootje op zijn gemak te vissen door poeder (voer) in het water te gooien, hopend dat de visser er op af komen. De poeder stoomt weg met de stroom, dus wat is de zin?? Kan iemand mij deze manier van visser uitleggen? Alvast bedankt. In het dorp lopen we omhoog naar de kerk, beneden is niet veel te beleven. Vanaf de kerk (we komen net boven de huizen uit) kunnen we over de stad uitkijken. De dame bij de informatie had gezegd dat we, wanneer we verder omhoog zouden klimmen, een nog beter uitzicht zouden krijgen. Was wel een hele klim zei deze dame. Dat viel wel mee en we kwamen bij het kerkhof. Daarvandaan konden we inderdaad erg ver kijken. Beetje jammer dat het erg heiig was. Op zondag rijden we langs de D952 en de Loire en komen in Langeais. In Langeais is een schitterende oude hangbrug. Vier oude betonnen constructies houden de brug al jaren in bedwang. Echt mooi. Een kasteel hebben ze er ook. Er staan in deze omgeving wel erg veel kastelen en burchten. Ik neem aan dat er vroeger veel gevochten werd, anders heb je dat allemaal niet nodig denk ik zo. Wel mooi hoor, nu.Een ritje langs de Loire is zeker aan te bevelen. Neem er de tijd voor er is veel te zien. Vanuit Langeais gaan we verder en belanden in Chouzé-sur-Loire. Een klein dorpje met een mooie camperplaats. We overnachten hier en gaan de volgende dag verder langs de D952 (met twee omleidingen!!) en komen uiteindelijk in St. Georges-sur Loire, net na Anger. We hebben pech, hier is ook niet veel te bewonderen. De Loire ligt net te ver weg en alleen het gemeentehuis, Hotel de Ville, is een prachtig oud gebouw. Gelukkig komt de zon er in de loop van de dag door en is het lekker zitten naast de camper. We vertrekken en laten het circus (is net aan het opbouwen) met zijn leuke dieren, zoals dromedaris, ezel, kameel, lama en wat paardjes voor wat het is. We rijden een stukje westwaarts en naar de zuidkant van de Loire. De zuidkant bereiken we via een brug met een hoogte van 3 meter (kon net) bij de stad Ingrandes. Een lange oude groene hangbrug. Daarvandaan zijn we naar Liré gereden om naar een camperplaats te kijken. Dat werd hem niet, wel hoog, maar toch geen uitzicht. Door naar de verrassing van vandaag. Champtoceaux. Wat een naam hé? We staan hoog op de rots naast het Informatiecentrum en als we 20 meter lopen hebben we een adembenemend uitzicht over de Loire en de hele omgeving van een hoogte van 70 meter. Prachtig gewoonweg. Een mooie wandeling van 2 uur gemaakt de 70 meter naar beneden en langs de rivier waarbij we door middel van informatieborden veel te weten zijn gekomen van de stad en zijn verleden. De poorten, waar men pas na betaling door mocht varen uit 1335, staan er nog steeds. Het verhaal gaat dat ze af en toe een schip lieten stranden om het dan leeg te roven. Ook een manier om aan je spullen te komen. Tja, een jaar later begon de 100 jarige oorlog en was het feest afgelopen. Een ruïne van een citadel staat nog boven op de rots en het prachtige bijbehorende huis staat nog trots op deze hoogte en is nu privébezit. Tjonge, je zult er maar mogen wonen! Ik heb met zonsondergang de brug naar Oudon die over de Loire loopt mogen fotograferen, het was een mooie avond.
Hiermee besluit ik dit deel van de reis. Het laatste deel volgt wanneer we weer terug zijn. Tot dan.
Vriendelijke groet van Lucia